Nieuwsbrief september 2022 Belastingplan 2023

 In Fiscaal

Nieuwsbrief september 2022 Belastingplan 2023

Dinsdag 20 september was er weer een Prinsjesdag waarin de (belasting)plannen van het kabinet zijn gepresenteerd voor het nieuwe jaar.
De belangrijkste punten hieruit hebben wij op een rij gezet. Dit betreffen nog voorstellen welke nog goedgekeurd dienen te worden door de Tweede en Eerste Kamer.

INKOMSTENBELASTING

Box 1:

Belastingschijven

Het tarief voor de inkomstenbelasting zal komend jaar iets veranderen, deze wordt namelijk verlaagd. Het nieuwe tarief zal 36,93% worden (dit was 37,07%). Daarnaast wordt de tariefschijf verlengd naar € 73.031 (dit was € 69.398). Aan de 2e schijf veranderd niets.

Tarief inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen 2023

Belastbaar inkomen meer dan (€) 

maar niet meer dan (€) 

Tarief 2023 (%) 

1e schijf

73.031

36,93

2e schijf

73.031

49,50

Heffingskortingen

Voor iedereen geldt het recht op de algemene heffingskorting voor de inkomstenbelasting. Deze korting is inkomensafhankelijk. Hoe lager je inkomen is, hoe hoger de korting. In 2022 zal deze korting iets worden verhoogd. Het afbouwpercentage wordt verlaagd van 6% naar 5,86%.

Eigen woning en hypotheekrenteaftrek

In 2022 gold er voor de hypotheekrente nog een aftrek van 40%. In 2023 zal dit 36,93% zijn. Dit percentage komt overeen met het tarief van de eerste belastingschijf.
Voor na 2023 zijn er nog geen plannen om dit nog verder te verlagen.

Schenkingsvrijstelling ten behoeve van de eigen woning

Ook in 2022 was het weer mogelijk om eenmalig een (verhoogde) schenking belastingvrij te doen voor de aanschaf van een eigen woning. Deze vrijstelling was € 106.671.
Met ingang van 2023 wordt deze vrijstelling aanzienlijk verlaagd tot een bedrag van € 28.947. Per 2024 zal deze vrijstelling volledig verdwijnen.

 

Middelingsregeling

De middelingsregeling in de inkomstenbelasting wordt per 2023 afgeschaft. Dit houdt in dat 2022-2024 het laatste tijdvak is waarover middeling mogelijk is.

Zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek wordt al langere tijd afgebouwd. Echter gaat deze afbouw nu nog sneller dan voorheen was geregeld. In 2022 was deze aftrek nog € 6.310 en in 2027 zal deze uiteindelijk€ 900 zijn. Dit gaat met stappen van € 1.280 per jaar. 

Afschaffing Fiscale OudedagsReserve (FOR)

Er kan fiscaal niet meer opgebouwd worden voor de FOR. De tot 31 december 2022 opgebouwde FOR kan volgens de huidige regels worden afgewikkeld.

Algemene Heffingskorting

Voor de berekening/bepaling van de algemene heffingskorting, wordt tot op heden alleen gekeken naar het inkomen uit Box 1. Per 2025 telt ook het inkomen uit Box 2 en Box 3 mee voor het totale verzamelinkomen.

Inkomensafhankelijke Combinatiekorting (IACK)

Per 2025 wordt de IACK afgeschaft. Ouders met (een of meer) kinderen die zijn geboren vóór 1 januari 2025 behouden nog wel recht op IACK. Deze regeling geldt voor ouders met kinderen tot 12 jaar, dus met ingang van 2037 zal deze regeling komen te vervallen.

Box 2:

Wet excessief lenen

Er was al een wetsvoorstel voor Excessief Lenen bij de B.V. en deze is nu ook door de Tweede Kamer aangenomen. Leningen van een aanmerkelijkbelanghouder en diens partner boven de € 700.000 worden belast in Box alsof het een dividenduitkering betreft.
Er gelden uitzonderingen (onder voorwaarden) voor bestaande en nieuwe leningen voor de eigen woning.

Twee schijven dividendbelasting

In Box 2 geldt op dit moment een tarief van 26,9% voor de dividendbelasting. Met ingang van 1 januari 2024 komen hiervoor 2 schijven. De 1e schijf loopt tot een belast inkomen van € 67.000 tegen een tarief van 24,5%. Alles daarboven wordt belast met 31%. 

Box 3:

Het heffingsvrije vermogen wordt weer verhoogd van € 50.650 naar € 57.000 per belastingplichtige. In geval van fiscaal partnerschap zal er dus sprake zijn van een vrijstelling van € 114.000

Rechtsherstel Box 3

Met dit wetsvoorstel wordt het beleidsbesluit rechtsherstel box 3 in wetgeving vastgelegd. Het wetsvoorstel regelt het rechtsherstel voor deelnemers aan de massaalbezwaarprocedures over de jaren 2017 tot en met 2020 en voor aanslagen van alle andere belastingplichtigen die nog niet onherroepelijk vaststonden op 24 december 2021 of op die datum nog niet waren vastgesteld. Ook aanslagen over de kalenderjaren 2021 en 2022 worden lager vastgesteld indien de nieuwe berekening van het voordeel uit sparen en beleggen lager uitkomt dan de oorspronkelijke berekening in box 3.In het wetsvoorstel wordt vastgelegd dat de nieuwe berekening op basis van de forfaitaire spaarvariant wordt vergeleken met de berekening uit het oude stelsel. De berekening die het gunstigst is voor de belastingplichtige wordt toegepast. Belastingplichtigen die met de oude berekening meer belasting hadden betaald dan met de nieuwe berekening, krijgen dat deel terug. Belastingplichtigen voor wie de oude berekening gunstiger is, hoeven tot en met 2022 niet bij te betalen.

Overbruggingswet

In dit wetsvoorstel wordt de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen aangepast. Deze nieuwe berekening wordt gebaseerd op de voor het rechtsherstel gekozen oplossing, de forfaitaire spaarvariant. De belastingheffing wordt gebaseerd op de werkelijke samenstelling van het vermogen. Het vermogen wordt hiertoe onderverdeeld in drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Voor iedere vermogenscategorie geldt een afzonderlijk forfaitair rendementspercentage.

  • Banktegoeden: 0,01%
  • Overige bezittingen: 5,69%
  • Schulden: 2,46%

Het betreft % voor het jaar 2021; voor 2022 en volgende jaren zijn deze % nog niet vastgesteld, naar verwachting zullen deze in lijn liggen met 2021.

Voor het begrip banktegoeden wordt aangesloten bij het begrip deposito. Hiermee wordt een duidelijke afbakening van banktegoeden gegeven. Dit betekent dat alle box 3-bezittingen die niet vallen binnen de definitie van deposito en die geen schulden zijn als ‘overige bezittingen’ worden aangemerkt. Op een uitzondering na: contant geld wordt als de ‘fysieke evenknie’ van banktegoeden ook in de categorie banktegoeden opgenomen. Na de verdeling van het vermogen over de drie vermogenscategorieën is de berekening van het inkomen vergelijkbaar met de huidige berekening in box 3. Voor elke vermogenscategorie wordt een eigen forfaitair rendementspercentage voorgesteld.

De regering hecht aan het stimuleren van groen sparen en beleggen via de regeling groenprojecten. Met betrekking tot groene beleggingen ontstaan daarom twee nieuwe rubrieken in de aangifte, namelijk groene spaartegoeden en groene beleggingen. Voorgesteld wordt om de vrijstelling eerst in mindering te brengen op de groene beleggingen. Het eventueel resterende deel van de vrijstelling wordt in mindering gebracht op de groene spaartegoeden.
Om peildatumarbitrage te voorkomen wordt daarom een bepaling voorgesteld. Deze bepaling zorgt ervoor dat het tijdelijk omzetten van vermogensbestanddelen niet leidt tot een lagere belastingheffing. Voor zover bij het handelen van de belastingplichtige sprake is van zakelijke overwegingen, is geen sprake van peildatumarbitrage. Op verzoek dient de belastingplichtige dit aannemelijk te kunnen maken. Onder zakelijke overwegingen worden in dit verband verstaan niet-fiscale overwegingen.

Vanaf 2026 zal er een nieuw box 3 stelsel op basis van werkelijk rendement worden ingevoerd.

Het kabinet wil belasting over inkomsten uit vermogen gaan heffen op basis van het werkelijk behaalde rendement. Uitgangspunt is dat je inkomsten verdient met je vermogen. Bijvoorbeeld rente op spaargeld, of rendement op beleggingen. Er wordt nu nog gerekend met een vast percentage waar je belasting over betaalt. Het kabinet wil dat aanpassen, waardoor je alleen belasting betaalt over je echte inkomsten uit vermogen.

Toeslagen

Kinderopvangtoeslag

De Kinderopvangtoeslag wordt in de toekomst vervangen door een vergoeding van de kinderopvang voor werkende ouders. Deze uitkering wordt dan direct uitgekeerd aan de kinderopvanginstelling. Ouders betalen dan alleen nog een kleine eigen bijdrage.
Per 2025 gaat de vergoeding ook omhoog van 95% naar 96%.

Kindgebonden Budget

Het kindgebonden budget wordt voor het 3e kind gelijkgetrokken aan die van het 2e kind.
Ook zullen alleenstaande ouders een hoger bedrag krijgen.

Zorgtoeslag

Komend jaar zal de zorgtoeslag eenmalig verhoogd worden met € 412.

LOONBELASTING

Reiskostenvergoeding

Per 1 januari 2023 gaat de onbelaste reiskostenvergoeding omhoog van € 0,19 naar € 0.21.
In 2024 komt er nog een verhoging naar € 0,22 per kilometer.

Thuiswerkvergoeding

De thuiswerkvergoeding wordt geïndexeerd naar € 2,13 per dag.

Werkkostenregeling

De afgelopen jaren was er incidentele verhoogde vrije ruimte over de loonsom.
Voor 2022 staat deze weer ‘gewoon’ op 1,7%. Per 2023 wordt deze vergroot naar 1,92% over de eerste € 400.000 aan loonsom.

VENNOOTSCHAPSBELASTING

Tarieven

De tarieven voor de Vennootschapsbelasting worden weer aangepast. Waar in 2022 de eerste schijf nog loopt tot € 395.000, zal dit vanaf 2023 weer verlaagd worden naar € 200.000. Ook het tarief voor de 1e schijf gaat omhoog van 15% naar 19%.
De tweede schijf zal een tarief hebben van 25,8%.

 

Betalingskorting

Tot dit jaar was er een betalingskorting voor de Voorlopige Aanslag, wanneer deze in 1 keer werd voldaan. Per 1 januari 2023 komt deze betalingskorting te vervallen.

KLIMAAT EN ENERGIE

Verlaagd BTW tarief energie

Per 1 juli 2022 is het btw-tarief op energie verlaagd naar 9%. Dit was een tijdelijke maatregel welke geldt tot 31 december 2022. Er is nu voor gekozen om deze maatregel niet te verlengen. Per 1 januari 2023 zal dus weer 21% btw berekend worden over de energie.

EIA, MIA/Vamil

Wie zakelijk investeert in energie-efficiënte en/of milieuvriendelijke technologieën, kan recht hebben op fiscale aftrekposten.
Aangezien hier nu veel vraag naar is, zal het budget voor deze aftrekposten worden verruimd.

BTW zonnepanelen

Voor de levering en installatie van zonnepanelen zal per 1 januari 2023 het btw-nultarief gaan gelden. Dit alleen als de zonnepanelen bestemd zijn voor installatie op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen.
Vanaf 1 januari 2023 hoef je dan dus geen rekening meer te houden met het terugvragen van de btw.

Overdrachtsbelasting niet-woningen

De overdrachtsbelastingen voor niet-woningen én op woningen door rechtspersonen en particulieren waarvan het niet het hoofdverblijf betreft, gaat omhoog van 8% naar 10,4%.

Beëindiging vrijstelling BPN bestelauto’s ondernemers

Het kabinet stelt voor om in de Wet BPM 1992 de vrijstelling voor een bestelauto van de ondernemer (ondernemersvrijstelling) met ingang van 1 januari 2025 af te schaffen. Verder wordt de grondslag voor bestelauto’s omgezet naar CO2-uitstoot. Voor de inschrijving van bestelauto’s is daarmee voortaan BPM verschuldigd afhankelijk van de CO2-uitstoot. Hiermee wordt de grondslag in de BPM voor bestelauto’s gelijkgetrokken met die voor personenauto’s. Daarnaast wordt het tarief van de motorrijtuigenbelasting (MRB) voor bestelauto’s van ondernemers verhoogd. Een ondernemer betaalt voor een bestelauto een verlaagd tarief. De verhoging dient als dekking voor de lagere opbrengst van de aanpassingen in de BPM bestelauto ten opzichte van wat bij de start van het kabinet Rutte IV was geraamd.

Ondernemers kunnen tot en met 31 december 2024 gebruikmaken van de vrijstelling voor een bestelauto en daar ook ongewijzigd gebruik van blijven maken als wordt voldaan aan de voorwaarden en beperkingen die aan de vrijstelling zijn verbonden. Als wordt voldaan aan de voorwaarden en beperkingen voor vrijstelling hoeft gedurende de nog niet verstreken duur van de vijfjaarsperiode het vrijgestelde bedrag aan BPM niet te worden (terug)betaald bij verkoop van de bestelauto aan een particulier. Voorts regelen de overgangsbepalingen dat een ondernemer die een gebruikte bestelauto importeert, afhankelijk van de datum eerste toelating, de ondernemersvrijstelling kan toepassen. Daarmee wordt voorkomen dat een geïmporteerde bestelauto zwaarder wordt belast, dan een vergelijkbare binnenlandse bestelauto.

Wanneer u hier nadere informatie of advies over wilt, neemt u dan gerust contact met ons op.

Disclaimer: Bovenstaande is opgesteld op basis van de op dit moment bekende voorstellen. De voorstellen moeten nog wel goedgekeurd worden en het is dus mogelijk dat hier nog wijzigingen uit voort komen. Onze organisatie kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.

Recent Posts

Start typing and press Enter to search