Update 2020 – deel 2
Update 2020 – deel 2
Nieuw Btw nummer
Alle eenmanszaken moeten vanaf 1 januari 2020 een nieuw btw nummer gebruiken in externe uitingen (facturen, website en communicatie met klanten).
In november ontvingen de betreffende ondernemers van de Belastingdienst een brief met hun nieuwe btw-identificatienummer.
Ook bij internationale handel gebruikt de ondernemer zijn nieuwe btw-identificatienummer.
Voor de communicatie met de Belastingdienst gebruikt de ondernemer nog zijn ‘oude’ btw-nummer.
Het nieuwe btw-identificatienummer is vanwege de privacywet AVG niet meer gekoppeld aan het BSN-nummer, waardoor eenmanszaken en zzp-ers minder kwetsbaar moeten worden voor identiteitsfraude.
Let als eenmanszaak dus goed op dat je vanaf 1 januari 2020 het goede, nieuwe btw-identificatienummer bij klanten opvraagt en doorgeeft.
BTW en oninbare debiteuren
Wanneer zeker is dat een cliënt de factuur niet meer zal betalen, kan de btw die op de factuur in rekening is gebracht en is afgedragen, aan de Belastingdienst worden teruggevraagd.
Sinds 2017 is de vordering in ieder geval oninbaar uiterlijk één jaar na het verstrijken van de uiterste betaaldatum die met de cliënt is overeengekomen. Indien er geen betalingstermijn is overeengekomen, geldt een betalingstermijn van 30 dagen na ontvangst van de factuur door de cliënt.
De niet ontvangen btw kan in de normale aangifte btw worden teruggevraagd.
Levensloopregeling
Eind 2021 is de levensloopregeling echt ten einde. Tot die tijd kan er nog wel opgebouwd worden voor die mensen die ultimo 2011 meer dan € 3.000 als levenslooptegoed hadden opgebouwd.
Uiterlijk Ultimo 2021 moet u besluiten wat u ermee doet.
- Het nog aanwezig tegoed wordt in zijn geheel uitgekeerd en belast. De uitkering wordt bij de andere inkomsten opgeteld en (progressief) belast in inkomstenbelasting in box 1.
- Al eerder bepalen om het tegoed in termijnen te laten uitkeren en te belasten in de inkomstenbelasting. Dit voorkomt wellicht dat er (veel) belast wordt in de hoogste schijf.
Afhankelijk van het saldo levenslooptegoed is het wellicht verstandig om hier tijdig op te anticiperen.
Lijfrentepremies
Als er de afgelopen 7 jaar geen of weinig pensioen is opgebouwd bij de werkgever, kan er fiscaal aantrekkelijk worden gespaard voor pensioen.
Bekijk of er sprake is van jaarruimte of reserveringsruimte deze rekenhulp van de belastingdienst: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/aftrek-en-kortingen/content/hulpmiddel-lijfrentepremie-2016-en-daarna
Jaarruimte is het bedrag dat u van de overheid mag gebruiken om belastingvriendelijk extra pensioen op te bouwen. Bouwt u minder pensioen op dan van de overheid mag, dan heeft u jaarruimte. Er is sprake van jaarruimte indien er in dit jaar niet voldoende pensioen is opgebouwd via de werkgever.
De jaarruimte die u in de afgelopen 7 jaar niet gebruikte heet reserveringsruimte. Hierbij mag u dus tot 7 jaar terug de overgebleven ruimte alsnog gebruiken om uw pensioen aan te vullen.
Loonmutaties einde jaar
Aan het einde van het jaar kan de balans weer opgemaakt worden wat betreft de loonmutaties. Wellicht wilt u uzelf of uw personeel nog een bonus of 13e maand geven, is er nog ruimte in de WerkKostenRegeling of andere wijzigingen.
Benut ook dit jaar uw mogelijkheden binnen de werkkostenregeling:
- Beoordeel/laat beoordelen wat uw nog resterende vrije ruimte is voor de WKR. Het totaal op jaarbasis is 1,2% van de totale fiscale loonsom). Wellicht dat u dan uw werknemers dit jaar nog een belastingvrije vergoeding mag geven.
- Geef bij dreigende overschrijding van de vrije ruimte pas in januari een nieuwjaarsgeschenk aan uw personeel in plaats van een kerstpakket.
Wilt u gebruik maken van de mogelijkheid om een 13e maand of bonus uit te keren, gelieve dit dan zo snel mogelijk, doch uiterlijk 15 januari 2020, aan ons door te geven. Dan kan dit nog tijdig meegenomen worden in de verloning over 2019.
Box 3 vermogen
Wanneer op 1 januari u een vermogen heeft dat groter is dan € 30.360, moet u hierover belasting betalen in box 3. Dit is over 2019 per saldo 0,58 tot 1,68 procent, afhankelijk van de omvang van uw vermogen.
Ontvangt u toeslagen, dan is er nog een extra reden om uw vermogen nog even onder de loep te nemen, want behalve bij de kinderopvangtoeslag geldt hiervoor ook een vermogenstoets. Die is erg streng: komt het vermogen slechts één euro boven de grens uit, dan is er geen recht op een toeslag.
Het kan dus in interessant zijn een deel van uw spaargeld te gebruiken om bijvoorbeeld een aflossing op hypotheek, een schenking te doen aan de kinderen of de aankoop van groene beleggingen. Omdat hier vaak sprake is van maatwerk kijken wij graag samen naar de meest gunstige oplossing. Neem hiervoor contact met ons op !
Schenken
In 2019 is de jaarlijkse vrijstelling voor schenken aan kinderen € 5.428 en voor kleinkinderen € 2.173. Voor het gebruik maken van deze vrijstelling in 2019, is het belangrijk dat het geld in 2019 van de rekening is afgeschreven. Wanneer er gebruik wordt gemaakt de jaarlijkse vrijstelling hoeft er geen aangifte voor de schenkbelasting te worden gedaan. Te overwegen valt of er nog voorwaarden aan de schenking wordt gesteld.
Ook is het mogelijk om eenmalig een hoger bedrag aan kinderen te schenken. Voorwaarde is dat de kinderen tussen de 18 en 40 jaar zijn. Let op: de uiterste datum is de 40-ste verjaardag. In 2019 is het te schenken bedrag € 26.040 schenken; dit bedrag is vrij besteedbaar. Wanneer er voor deze optie wordt gekozen, is het niet mogelijk om later ook nog eens voor de eigen woning van dat kind te schenken.
Wanneer de schenking bedoeld is voor de eigen woning voor het kind – dit kan zelfs voor een kleinkind (leeftijd 18 – 40 jaar) – dan is het eenmalige bedrag in 2019 € 102.010. Het (klein)kind moet de schenking dan vóór 31 december 2021 gebruiken voor de eigen woning. Hierbij valt te denken aan (gedeeltelijke) aflossing van de hypotheek, aankoop van een eigen woning of een verbouwing van de eigen woning. Overigens kan ook een oom of tante gebruikmaken van de vrijstelling voor de woning (€ 102.010) om een schenking te doen aan een neef en/of nicht (ook hier geldt de leeftijdsgrens van 18 – 40 jaar).
Vergeet hierbij niet aangifte te doen, ook al is deze schenking vrijgesteld van schenkbelasting.
Verhoging box 2 tarief / Dividend uitkeren 2019
Het box 2-tarief gaat omhoog van 25% in 2019 naar 26,25% in 2020 en vanaf 2021 zelfs 26,9%. Als de DGA in 2019 nog dividend uitkeert, betaalt hij/zij daarover “slechts” 25%. Nu uitkeren bespaart dus 1,25% tot 1,9%. Voor privé-uitgaven die de eerstkomende jaren gedaan gaan worden en worden betaald met dividend uit de BV, kan het aantrekkelijk zijn om de dividenduitkering daarvoor dit jaar al te doen.
Nadeel van uitkeren is wel dat het box 3-vermogen wordt verhoogd, waardoor het voordeel kan verdwijnen door de box 3-belasting. Dit hoeft echter niet het geval te zijn wanneer:
- De BV het dividend niet uitkeert, maar aan de DGA schuldig blijft, komt het niet in box 3 van de DGA. De DGA krijgt dan een vordering op zijn/haar BV en die wordt belast in box 1. De DGA betaalt in box 1 belasting over de rente van de BV. Deze rente is voor de BV echter weer aftrekbaar. Zodra de DGA het geld nodig heeft voor een privé-uitgave, lost de BV haar schuld aan de DGA af.
- De DGA liever geen schuld aan de BV heeft, kan het netto dividend ook worden omgezet in aandelenkapitaal (agio). Dan valt het dividend niet in box 3, maar in box 2. Wanneer de DGA het geld vervolgens nodig heeft voor een privé-uitgave, moet hij/zij wel naar de notaris om het zonder belastingheffing uit de BV te kunnen halen.
Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze nieuwsbrief of vragen over u eigen specifieke situatie neem dan contact met ons ons: 038-4555555 of info@brockbernd.nl