Miljoenennota en het Belastingplan 2020

 In Fiscaal

Dinsdag 17 september 2019 was het weer zo ver, de Miljoenennota en het Belastingplan voor het volgende jaar zijn gepresenteerd. Uiteraard moeten de Tweede en Eerste Kamer hier nog over beslissen, maar onderstaand een overzicht van een aantal van de belangrijkste (fiscale) plannen:

 

Inkomstenbelasting

Box 1:

Snellere invoer 2 belastingschijven

Aanvankelijk zou het aantal belastingschijven pas in 2021 naar twee belastingschijven (voor mensen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd) te gaan, maar de invoering is vervroegd naar 2020. Tot een inkomen van € 68.507 geldt dan een tarief van 37,35%. Alles daarboven wordt dan belast tegen het toptarief van 49,5%.

 

Verhoging algemene heffingskorting

De algemene heffingskorting wordt per 2020 extra verhoogd en komt in 2020 uit op € 2.711. In 2021 komt de algemene heffingskorting uit op maximaal € 2.801. Deze verhogingen zijn vooral gunstig voor de koopkracht van mensen met lagere inkomens.

 

Verkleining van de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers

De zelfstandigenaftrek wordt vanaf 2020 in 8 jaarlijkse stappen van € 250,- teruggebracht van € 7.280,- naar € 5.000,- in 2028. Tegelijkertijd wordt de arbeidskorting in 2020, 2021 en 2022 stapsgewijs verhoogd, waardoor de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers worden verkleind.

 

Indexeren onbelaste vrijwilligersvergoeding
De maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding wordt per 2020 jaarlijks geïndexeerd. Vrijwilligers met vergoedingen en verstrekkingen van in totaal maximaal € 170 per maand en € 1.700 per kalenderjaar, zijn hierover geen belasting en premie volksverzekeringen verschuldigd. De organisatie waarvoor zij als vrijwilliger werkzaam zijn, is hierover ook geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd.

 

Fiscale aftrek scholingsuitgaven
De fiscale aftrek van scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting wordt op termijn afgeschaft. Hiervoor in de plaatst komt een individuele leerrekening. Deze zal worden opgenomen in een wettelijke regeling, de Subsidieregeling STAP-budget (Stimulans van de Arbeidsmarktpositie) voor natuurlijke personen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt.

Aangezien al aangekondigd is dat de inwerkingtreding van de Subsidieregeling STAP-budget per 1 januari 2020 niet haalbaar is, kan de belastingplichtige in ieder geval in 2020 nog gebruik maken van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven.

 

 

Liquidatie- en stakingsverliesregeling aangepast
In 2021 zal de liquidatie- en stakingsverliesregeling in de vennootschapsbelasting worden aangepast. Dit houdt in dat de verliezen alleen nog maar onder strikte voorwaarden in aftrek kunnen worden gebracht.

 

Loonheffingen

Invoering minimum uurtarief voor zzp’ers in 2021

Voor zzp’ers gaat met ingang van 2021 een minimumtarief van € 16,- per uur gelden.

 

Langer geboorteverlof voor partners

Het kabinet kiest voor verlenging van het kraamverlof voor partners. Om zo bij te dragen aan de ontwikkeling van het kind en gelijkwaardigheid op de arbeidsmarkt
tussen man en vrouw.  Sinds januari 2019 is daarom het geboorteverlof voor de partners verruimd van 2 dagen naar 1 week. Vanaf 1 juli 2020 wordt dit verder aangevuld. Wie langer vrij wil, kan het eerste half jaar maximaal 5 weken extra geboorteverlof opnemen. In die periode hebben partners recht op een uitkering van 70% van het loon tot maximum dagloon.

Hogere bijtelling voor elektrische auto

De bijtelling voor de elektrische auto gaat de komende jaren in stappen omhoog. Hierdoor zal in 2026 voor nieuwe elektrische auto’s het algemene bijtellingspercentage van 22% gaan gelden.

Het lage bijtellingspercentage, dat nu nog 4% bedraagt, gaat de komende jaren in stappen omhoog. In 2020 stijgt het bijtellingspercentage naar 8%, in 2021 al naar 12% en voor de jaren 2022 tot en met 2024 wordt het 16%. In 2025 gaat het naar 17% en tenslotte is in 2026 het percentage gelijk aan dat van alle andere auto’s en bedraagt 22%.

Daarnaast wijzigt de komende jaren het deel van de cataloguswaarde waarop de korting van toepassing is (de zogenoemde cap). Op dit moment bedraagt die cap € 50.000. Is de cataloguswaarde van de elektrische auto meer dan € 50.000, dan geldt daarboven het algemene bijtellingspercentage van 22%. In 2020 gaat deze cap naar € 45.000. Vanaf 2021 daalt de cap naar € 40.000 en blijft voor de jaren daarna gelijk. In 2026 verdwijnt de cap, omdat die niet langer nodig is.

 

Wijzigingen in de werkkostenregeling

  • Vergroten vrije ruimte: Er wordt een tweeschijvenstelsel voorgesteld in de berekening van de vrije ruimte. In de eerste schijf wordt de vrije ruimte vergroot naar 1,7% van de fiscale loonsom tot en met € 400.000. In de tweede schijf geldt de huidige 1,2% over de resterende loonsom.
  • Onbelast vergoeden kosten aanvraag VOG: Per 1 januari 2020 zullen de kosten voor de aanvraag van een Verklaring omtrent gedrag (VOG) onder de gerichte vrijstelling van de werkkostenregeling vallen. Dit betekent dat werkgevers de kosten voor de aanvraag van een VOG onbelast mogen vergoeden aan werknemers zonder dat zij daarvoor hun vrije ruimte hoeven in te zetten.
  • Uiterste moment aangifte en afdracht eindheffing wordt verlengd: De werkgever krijgt vanaf 2020 wat langer de tijd en moet de verschuldigde eindheffing in verband met het overschrijden van de vrije ruimte van een kalenderjaar uiterlijk aangeven tegelijk met de aangifte over het tweede aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar. Nu moet de werkgever dit uiterlijk tegelijk met de aangifte over het eerste aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar aangeven.
  • Bepalen waarde producten uit eigen bedrijf: De waarde van producten uit eigen bedrijf wordt vanaf 2020 bepaald aan de hand van de waarde in het economische verkeer en niet meer gebaseerd op het bedrag dat derden voor de producten moeten betalen.

 

 

Box 2:

Excessieve leningen

In het vierde kwartaal van 2019 wordt het wetsvoorstel voor excessieve leningen ingediend. De contouren van dit wetsvoorstel zijn:

  • Als de totale som van de schulden van de DGA aan zijn eigen vennootschap(pen) meer dan € 500.000 bedraagt, wordt dat meerdere als inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2 belast met AB-heffing.
  • Eigenwoningschulden bij de eigen BV blijven daarbij buiten beschouwing.
  • De beoogde ingangsdatum van deze maatregel is 1 januari 2022.

 

AB-tarief box 2

De tarieven voor de komende jaren zijn als volgt:

AB Heffing 2019 2020 2021
25,00% 26,25% 26,90%

 

Wilt u nog dividend uitkeren? Dan is het wellicht verstandig dit nog in 2019 te doen. Voor goed advies hierover neem dan vooral contact met ons op.

 

Box 3:

Aanpassingen vermogensrendementsheffing

Op vrijdag 6 september 2019 heeft staatssecretaris Snel de contouren geschetst van een aangepaste vermogensrendementsheffing in box 3. Naar verwachting wordt voor de zomer van 2020 een uitgewerkt wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend, waarna het aangepaste stelsel van box 3 per 1 januari 2022 van kracht wordt. Het systeem gaat behoorlijk veranderen, en spaarders gaan erop vooruit. De contouren zijn als volgt:

  • Het bedrag waar geen belasting over betaald wordt blijft gelijk: € 846;
  • Bij vermogen boven de €846 wordt straks bekeken welk deel daarvan spaargeld is, en welk deel beleggingen zoals aandelen, obligaties of een tweede huis. Voor die twee categorieën, sparen en beleggen, gaat de Belastingdienst uit van een verschillend rendement: lager voor spaargeld, hoger voor beleggingen;
  • Indien dit zou worden bepaald op basis van de cijfers voor 2020 zou het rendement op spaargeld 0,09 procent zijn en op de overige beleggingen 5,33 procent zijn;
  • Een pure spaarder kan in dit systeem, met een verondersteld rendement van 0,09 procent, tot ongeveer 440.000 euro spaargeld belastingvrij aanhouden. Iemand die belegt, betaalt belasting over 5,33 procent rendement, zodra die beleggingen boven de grens van € 846 komen;
  • Voor wat betreft alle box 3-schulden van de belastingplichtige, waaronder schulden aan de eigen vennootschap of aan familieleden, wordt een forfaitaire rente uit schulden in aanmerking genomen. Deze forfaitaire rente wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde hypotheekrente. Indien dit zou worden bepaald op basis van de cijfers voor 2020 zou de forfaitaire rente 3,03 procent zijn;
  • Van het belastbare inkomen is 400 euro vrijgesteld. Over het restant wordt 33 procent inkomstenbelasting geheven;
  • Er is geen sprake meer van een volledige saldering van de bezittingen en schulden.

 

Beleggers in vastgoed

Het overdrachtsbelastingtarief voor niet-woningen zal per 1 januari 2021 worden verhoogd van 6 procent naar 7 procent.

Aanvullend werkt Minister Kasja Ollongren aan een pakket maatregelen om problemen op de woningmarkt op te lossen. Maatregelen die worden bestudeerd zijn:

  • Starters op de koopwoningmarkt vrijstellen van overdrachtsbelasting, waarbij voor beleggers de overdrachtsbelasting wordt verhoogd naar 6%;
  • Het afremmen van huurstijgingen door slechts een derde deel van de WOZ-waarde te laten meetellen bij het vaststellen van de huurprijs;
  • Een zelfbewoningsplicht voor kopers van woningen.

 

Omzetbelasting

Verlaagd btw-tarief nieuwswebsites

Het btw-tarief voor e-books, digitale kranten en digitale tijdschriften gaat omlaag van 21 naar 9 procent. Dit btw-tarief geldt ook voor papieren kranten, tijdschriften en boeken.

 

Modernisering kleine ondernemingsregeling (KOR) vanaf 1 januari 2020
Kleine ondernemers met maximaal € 20.000 omzet in Nederland kunnen vanaf 1 januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Dit betekent dat hij geen btw in rekening brengt aan zijn afnemers en dus ook geen btw meer mag vermelden op zijn facturen. Hij is daarnaast ook ontheven van het doen van btw-aangiften en bijbehorende administratieve verplichtingen. Daar staat tegenover dat deze ondernemer de btw die andere ondernemers aan hem in rekening brengen niet in aftrek kan brengen. De regeling geldt alleen voor de door hem in Nederland verrichte goederenleveringen en diensten. De regeling gaat ook gelden voor bijvoorbeeld stichtingen, verenigingen en bv’s.

Om mee te doen aan deze regeling dient u dit uiterlijk 20 november 2019 te hebben doorgegeven aan de belastingdienst. Voor advies hierover neem dan vooral contact met ons op.

 

Vennootschapsbelasting

Aanpassing tarieven

De eerder voorgestelde verlaging van het tarief in de tweede tariefschijf van de Vennootschapsbelasting die met betrekking tot het jaar 2020 zou worden doorgevoerd, wordt ongedaan gemaakt. Het tarief wordt vanaf 2021 met 1,2%-punt minder verlaagd. In de eerste tariefschijf wordt niets aangepast. Het tarief in de eerste schijf wordt in 2020 16,5% en het tarief in de tweede schijf blijft 25%. Vanaf 2021 worden de tarieven 15% respectievelijk 21,7%.

Vpb 2019 2020 2021
tot € 200.000 19,00% 16,50% 15,00%
vanaf € 200.000 25,00% 25,00% 21,70%

 

 

Einde betalingskorting
De betalingskorting die geldt in de vennootschapsbelasting zal per 1 januari 2021 worden afgeschaft.

 

Effectieve tarief innovatiebox verhoogd
De innovatiebox is ingevoerd om innovatief onderzoek door ondernemers fiscaal te stimuleren. Alle winsten die u behaalt met deze innovatieve activiteiten, vallen in deze box. Het tarief van de Vpb voor deze winsten is 7%. In 2020 blijft dit ongewijzigd. Het effectieve tarief van de innovatiebox zal per 2021 worden verhoogd van 7% naar 9%.

 

Bronbelasting op rente en royalty’s
Per 1 januari 2021 zal er een bronbelasting ingevoerd worden op rente- en royaltybetalingen door een in Nederland gevestigd lichaam aan een in een land met geen of laag winsttarief (lager dan 9%) gevestigd gelieerd lichaam en in misbruiksituaties. Het tarief van de bronbelasting op rente- en royaltybetalingen zal 21,7% bedragen.

 

 

Voor vragen of een nadere toelichting kunt u ons natuurlijk altijd benaderen.

 

Disclaimer: Bovenstaande is opgesteld op basis van de op dit moment bekende voorstellen. De voorstellen moeten nog wel goedgekeurd worden en het is dus mogelijk dat hier nog wijzigingen uit voort komen. Onze organisatie kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.

 

 

Recent Posts

Start typing and press Enter to search