Nieuwsbrief oktober 2020

 In Corona, Fiscaal

 

Maatregelen uit het wetsvoorstel Belastingplan 2021

INKOMSTENBELASTING

Box1
In het Belastingplan 2020 is een afbouw van de zelfstandigenaftrek geregeld. De reden voor deze afbouw is het verkleinen van het verschil in fiscale behandeling tussen werknemers en zelfstandigen. De afbouw is zo vormgegeven dat de zelfstandigenaftrek met ingang van 2020 in acht stappen van € 250 en één stap van € 280 wordt afgebouwd naar € 5.000 in 2028. Hiertegenover staat een verhoging van de arbeidskorting in zowel 2020 als 2021 met € 106 en in 2022 met € 73. Hiervan profiteren zelfstandigen en werknemers. Om de lasten incidenteel in 2021 te verlichten, wordt voorgesteld de verhoging van de arbeidskorting uit 2022 al in 2021 in te voeren. Tegelijkertijd kan dan in 2021 de zelfstandigenaftrek met additioneel circa € 110 worden afgebouwd (in totaal € 360) zonder dat dit in 2021 tot negatieve inkomenseffecten leidt voor het overgrote deel van de zelfstandigen. Voorgesteld wordt de afbouw van de zelfstandigenaftrek te versnellen, waarbij vanaf 1 januari 2021 de zelfstandigenaftrek van thans € 7.030 tot en met 2027 wordt verlaagd met € 360 per jaar (in plaats van met € 250 per jaar) en per 1 januari 2028 met € 390.

 

Box 2
Voor een dividenduitkering dan wel verkoopopbrengst aandelen aanmerkelijk belang bedraagt het tarief in 2020 26,25%. Vanaf 2021 wordt het tarief verhoogd naar 26,9%. Bent u voornemens om binnenkort een dividenduitkering te doen dan is het advies om deze nog 2020 te doen.

 

Box 3
Het heffingsvrij vermogen wordt verruimd tot en met € 50.000 per persoon. Het belastingtarief wordt ook verhoogd van 30% naar 31%.

IB (box 3) 2020 vs IB (box 3) 2021

 

Box 3 schijven 2020

Schijf Sparen (0,07%) Beleggen (5,28%) Gemiddeld rendement
1 € – tot € 72.798 67% 33% 1,789%
2 € 72.798 tot € 1.005.573 21% 79% 4,186%
3 € 1.005.573 en meer 0% 100% 5,280%


Box 3 schijven 2021

Schijf Sparen (0,07%) Beleggen (5,28%) Gemiddeld rendement
1 € – tot € 50.000 67% 33% 1,898%
2 € 50.000 tot € 950.000 21% 79% 4,501%
3 € 950.000 en meer 0% 100% 5,690%

Gemiddeld

Het heffingsvrijvermogen van € 50.000 geldt alleen voor de inkomstenbelasting. Voor de inkomensafhankelijke regelingen, denken valt aan toeslagen blijft de grens € 31.340. Voor dit verschil wordt er twee nieuwe beschikkingen geïntroduceerd:

  • Beschikking rendementsgrondslag
  • Beschikking groenbeleggingen

LOONBELASTING

Lagere bijtelling voor elektrische auto met zonnepanelen
In de Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord is al vastgelegd dat de genoemde korting op de bijtelling in stappen wordt afgebouwd, van 14% voor 2020 naar 10% voor 2021, 6% voor 2022, 2023 en 2024, 5% voor 2025 tot uiteindelijk nul vanaf 1 januari 2026. Daarbij wordt de zogenoemde cap, zijnde het deel van de catalogusprijs waarop de korting van toepassing is (op dit moment geldt een korting van 14% en een cap van      € 45.000 waardoor de korting op de bijtelling in 2020 maximaal € 6.300 bedraagt), in 2021 verlaagd tot € 40.000 en daarna – in tegenstelling tot het percentage en daarmee het maximumbedrag van de verlaging – niet meer aangepast. De
cap is niet van toepassing op emissievrije auto’s met een motor die kan worden gevoed met waterstof.

 

Aanpassen vrije ruimte werkkostenregeling
In het Besluit noodmaatregelen coronacrisis is vooruitlopend op de wetswijziging goedgekeurd dat voor het jaar 2020 wordt uitgegaan van een vrije ruimte die voor de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom 3% van dat deel van die fiscale loonsom bedraagt. Dat biedt mogelijkheden aan werkgevers die daar de financiële ruimte voor hebben om hun werknemers in de moeilijke coronatijd extra tegemoet te komen, bijvoorbeeld door het verstrekken van een cadeaubon. De door de maatregel extra gedane bestedingen kunnen ook steun geven aan sectoren die sterk getroffen zijn door de crisis. Met het onderhavige wetsvoorstel wordt de genoemde goedkeuring gecodificeerd.

Voorgesteld wordt het percentage van 1,2% (het percentage dat geldt voor het restant van de fiscale loonsom vanaf € 400.000) per 1 januari 2021 te verlagen naar 1,18%. De middelen die als gevolg van deze verlaging vrijkomen, worden aangewend ter dekking van de voorgestelde verruiming van de gerichte vrijstelling voor scholingskosten. De verlaging naar 1,18% is – in tegenstelling tot de hierboven toegelichte verhoging – geen tijdelijke maatregel.

 

Verruimen gerichte vrijstelling scholingskosten
Het kabinet stelt voor om de gerichte vrijstelling voor scholing ook te laten gelden bij vergoedingen en verstrekkingen ten behoeve van scholing die voortvloeien uit vroegere arbeid. De verruiming ziet op vergoedingen en verstrekkingen ten aanzien van het volgen van een opleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen en niet op vergoedingen en verstrekkingen voor onderhoud en verbetering van kennis en vaardigheden van de dienstbetrekking.

 

VENNOOTSCHAPSBELASTING

Invoeren van een fiscale coronareserve (COVID-19)
Bij het bepalen van de in het jaar 2019 genoten winst kan een fiscale coronareserve worden gevormd voor het gehele of gedeeltelijke zogenoemde ‘coronagerelateerde verlies’ dat zich naar verwachting in het jaar 2020 voordoet. Dit geldt op vergelijkbare wijze voor belastingplichtigen die een boekjaar hanteren dat niet gelijk is aan het kalenderjaar. Het ‘coronagerelateerde verlies’ betreft het verlies voor zover dat verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis.

De fiscale coronareserve mag niet groter zijn dan de winst van het jaar 2019 die zou zijn behaald zonder de vorming van een fiscale coronareserve. De fiscale coronareserve wordt in het jaar volgend op het jaar waarin deze reserve is gevormd, volledig in de winst opgenomen.

Aanpassen tarieftabel van de vennootschapsbelasting
Per 1 januari 2021 zou deze verlaagd worden; voor het hoge vennootschapsbelasting-tarief van 25% naar 21,7% en van het lage vennootschapsbelastingtarief van 16,5% naar 15%. Bij de augustusbesluitvorming is besloten om af te zien van de verlaging van het hoge vennootschapsbelastingtarief per 1 januari 2021, zodat het hoge vennootschapsbelastingtarief 25% blijft en het lage vennootschapsbelastingtarief van 16,5% naar 15% gaat. Tevens wordt voorgesteld de eerste tariefschijf – waar vanaf 2021 het lage vennootschapsbelastingtarief van 15 % op van toepassing is – te verlengen naar € 245.000 in 2021 en € 395.000 in 2022.

 

Belastbaar bedrag Tarief VPB

2020 ≤ € 200.000 16,5%
  > € 200.000 25%
     
2021 ≤ € 245.000 15%
  > € 245.000 25% (i.p.v. 21,5%)
 
2022 ≤ € 395.000 15%
  > € 395.000 25%

 

Beperkte verliesverrekening
Vanaf 1 janauri 2022 zullen de verliezen onbeperkt voorwaarts te verrekenen. De huidige verrekening is met ingang van 2019 maar beperkt tot zes jaar. Deze komt dan te vervallen. Echter de verliezen uit voorgaande jaren zijn slecht verrekenbaar tot een bedrag van € 1 miljoen vermeerderd met 50% van de belastbare winst.

De regeling geldt ook voor de ultimo 2021 stand van de voorwaartse verrekenbare verliezen.

 

OVERDRACHTSBELASTING

Vanaf 1 januari 2021 wordt er een tijdelijke vrijstelling voor de overdrachtsbelasting ingevoerd.

Deze geldt voor meerderjarige tot 35 jaar en geldt alleen voor de verkrijging van een woning welke ook als eigen woning (box 1) wordt gebruikt. Dus niet voor een 2e woning of vakantiewoning.

Deze vallen onder het algemene tarief welke wordt verhoogt naar 8%.

Verkrijging economische eigendom van een woning (bijvoorbeeld een niet gesplitst appartementsrecht) kan geen gebruik maken van vrijstelling en laag tarief. Aanhorigheden die niet gelijktijdig aangekocht worden met de eigenwoning zelf vallen onder algemene tarief en kunnen geen gebruik maken van de vrijstelling en het lage tarief.

 

FISCALE CORONAMAATREGELINGEN

Invoeren van een vrijstelling voor de TOGS en de Subsidie vaste lasten (COVID-19)
Een van de (steun)maatregelen die de overheid heeft genomen in het kader van de coronacrisis is de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS). Op basis van deze regeling kon een gedupeerde onderneming onder voorwaarden aanspraak maken op een tegemoetkoming in de schade die is geleden door de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van het coronavirus. In verband met de duur van de coronamaatregelen is deze regeling opgevolgd door de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (Subsidie vaste lasten). Deze regeling biedt gedupeerde ondernemingen onder voorwaarden een tegemoetkoming voor hun vaste lasten voor een periode van vier maanden. Op basis van de wettelijke fiscale bepalingen behoren de vergoeding die ondernemingen ontvangen op basis van de TOGS en de Subsidie vaste lasten in beginsel tot de winst. In eerdere brieven aan de Eerste en Tweede Kamer is aangekondigd dat het wenselijk is dat beide vergoedingen worden vrijgesteld van belastingheffing. Vooruitlopend op wetgeving is daartoe in een beleidsbesluit geregeld dat deze vergoedingen niet tot de winst behoren, zodat heffing van inkomsten- of vennootschapsbelasting hierover wordt voorkomen.

 

Bijzonder uitstel van betaling

Voor belastingen welke vanaf 12 maart 2020 t/m 1 oktober 2020 uitstel zijn aangevraagd en nog openstaan wordt een betalingsregeling getroffen. De aflossingsverplichting begint op 1 juli 2021 en beloopt 36 maanden.

Voor belastingen die na 1 oktober t/m 31 december 2020 betaald dient te worden en je hiervoor tocht ook uitstel nodig dient te hebben kan je tot 31 december 2020 nog verzoeken tot verlening van het eerder gevraagde bijzonder uitstel. Ook deze belastingschulden worden dan meegenomen in de betalingsregeling welke begint op 1 juli 2021.

Let op: belastingen die na 31 december betaald dient te worden, denk aan de aangifte december, of de 13e vierwekenperiode en 4e kwartaal welke uiterlijk 31 januari 2021 betaald dient te worden, dient wel tijdig betaald te worden.

Voor belastingen groter dan € 20.000 dient een verklaring van een derde-deskundige met een liquiditeitsprognose meegestuurd te worden. Voor de grens van € 20.000 wordt gekeken naar de openstaande aanslag ten tijde waarvoor de eerste keer uitstel van betaling is aangevraagd.

 

Belastingrente

De belastingrente (rente vanaf afloop boekjaar tot en met opleggen aanslag) gaat vanaf 1 oktober weer naar 4% en voor de vennootschapsbelasting naar 8% vanaf 1 januari 2022.

De invorderingsrente (rente vanaf tijd dat je had moeten betalen en hiervoor uitstel hebt gehad) blijft tot 1 januari 2022 0,01%, daarna gat deze naar 4%.

 

NOW

Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid

– NOW-1

  • Loket aanvraag voorschot gesloten m.i.v. 6 juni 2020
  • Loket aanvraag definitieve afrekening wordt per 7 oktober 2020 geopend

– NOW-2

  • Loket aanvraag voorschot gesloten m.i.v. 1 september 2020
  • Loket aanvraag definitieve afrekening wordt per 14 november 2020 geopend

– NOW-3

  • Loket aanvraag voorschot wordt geopend op; is nog niet bekend
  • Loket aanvraag definitieve afrekening wordt geopend op; is nog niet bekend

 

Verklaring derde deskundige NOW-1

Wanneer heb ik een accountantsverklaring of verklaring derde deskundige nodig?

Accountantsverklaring is nodig wanneer:

  • het voorschot € 100.000 of hoger is en
  • de definitieve afrekening € 125.000 of hoger is
  • een aanvraag op werkmaatschappijniveau is gedaan omdat het concern of de groep onder de 20% omzetverlies komt.

Wanneer heb ik een accountantsverklaring of verklaring derde deskundige nodig?

Verklaring derde deskundige is nodig wanneer:

  • het voorschot € 20.000 of hoger is, maar lager dan € 100.000 en
  • de definitieve afrekening € 25.000 of hoger is, maar lager dan € 125.000

Er is geen accountantsverklaring of een verklaring derde deskundige nodig wanneer:

  • het voorschot lager dan € 20.000 is en
  • de definitieve afrekening lager dan € 25.000 is

Er is door het Register Belastingadviseurs (RB) overeenstemming bereikt met sociale zaken over de door de deskundige te verrichten werkzaamheden en inhoud van de verklaring. Ons kantoor is aangesloten bij deze erkende beroepsvereniging en kunnen daarmee als derde deskundige optreden.

 

BIK (Baangerelateerde investeringskorting)

De investeringskorting geldt alleen voor nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen, waarvan de investeringsverplichting is aangegaan op of na 1 oktober 2020. Daarbij moeten de investeringen tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 volledig zijn betaald en binnen zes maanden na die volledige betaling in gebruik zijn genomen.

Deze korting wordt verrekend met de (te betalen) loonheffing.

  • Bij investeringen tot € 5.000.000 per kalenderjaar krijgen bedrijven een korting van 3% van het investeringsbedrag.
  • Bij investeringen boven € 5.000.000 krijgen bedrijven een korting van 2,44% van het investeringsbedrag.
  • Voor alle aanvragen geldt daarnaast een ondergrens van € 1.500 per bedrijfsmiddel en € 20.000 per aanvraag.

 

BIK is aanvulling op bestaande stimuleringsmaatregelen:

  • Voor kleinere investeringen (door het mkb) kunnen de KIA en de BIK samengaan.
  • Bedrijven die groene investeringen doen, kunnen profiteren van de BIK in combinatie met de EIA, MIA of VAMIL. Hierdoor worden ook groene investeringen nog aantrekkelijker.

De regeling wordt uitgevoerd door RVO in samenwerking met de Belastingdienst. Bedrijven die voor de regeling in aanmerking willen komen kunnen wegens uitvoeringstechnische redenen vanaf 1 september 2021 een aanvraag doen. De maximale doorlooptijd voor de afgifte van een BIK-verklaring nadat de aanvraag door RVO is ontvangen is vervolgens 12 weken. Na ontvangst van de verklaring kunnen bedrijven de korting verrekenen met de loonheffing.

Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze nieuwsbrief of vragen over u eigen specifieke situatie neem dan contact met ons ons: 038-4555555 of info@brockbernd.nl

 

Recent Posts

Start typing and press Enter to search